Overweging, gehouden door Henk Kroon tijdens de dialoog-viering in de Eenhoorn op 7 april 2019.
Delen uit de Regel van Augustinus bieden vandaag de dag nog steeds handvatten hoe men met elkaar moet omgaan om in pais en vree te leven.
Henk Kroon heeft hier in de Eenhoorn een overweging over gehouden, die hieronder is opgenomen.
Tekst van de overweging
Je hoort Augustinus regelmatig in brieven en commentaren zijn reactie geven over het gezelschap dat in zijn tijd zijn klooster bevolkte.
Met name bestond er een gróót verschil tussen rijke en heel arme komaf, met als consequentie groot verschil of er naar je óp gekeken werd of op je neergekeken! Welnu, dat kon niet de bedoeling zijn in dat laboratorium van “samen leven”…. Maar dus ook groot verschil in wat al die broeders, vóórdat zij in dat klooster traden, gewend waren aan welvaart, eetgewoonten, fijngevoeligheid en kwetsbaarheid. Dat betekent dus van huis uit groot verschil in wat je aan kunt of niet…,
Dan moet je zorgvuldig en voorzichtig met elkaar omgaan.
Dan kan niet iedereen hetzelfde hebben.
Dan moet je vooral ook oog hebben voor de zwakheid van de ander.
Het is interessant hoe specifiek Augustinus hier de samenstelling bespreekt van een zootje ongeregeld, dat moet groeien tot een leefgemeenschap één van hart en ziel!
Het luistert nauw!
Een hoog ideaal wordt neergezet door de concrete tegenstellingen precies te beschrijven.
Dát het zo precies beschreven moet worden tekent natuurlijk ook de moeilijkheidsgraad!
Citaat uit de Regel:
Van de andere kant mogen zij die in de wereld iets schenen te betekenen, niet uit de hoogte neerzien op hun broeders die vanuit een armoedig bestaan tot deze religieuze gemeenschap zijn toegetreden. Zij moeten er veeleer voor zorgen trots te gaan op het samenleven met arme broeders dan op de maatschappelijke rang van hun rijke ouders. Ook mogen zij geen hoge dunk van zichzelf hebben omdat zij een deel van hun vermogen ter beschikking van de gemeenschap gesteld hebben. Anders zou de nietige mens nog meer ten prooi vallen aan hoogmoed door de gemeenschap in zijn rijkdom te laten delen dan door er zelf in de wereld van te genieten. Want terwijl iedere ondeugd tot uiting komt in het stellen van slechte daden, bedreigt de hoogmoed bovendien zelfs goede daden om deze te vernietigen. En wat voor zin heeft het zijn eigen bezit aan de armen uit te delen en zelf arm te worden, wanneer afstand doen van rijkdom iemand hoogmoediger zou maken dan het bezitten van een fortuin?
Wat een interessante relativering van het religieuze kloosterleven op zich! Maar we proeven wel een bijzondere spiritualiteit. Je moet vooral proberen ieder te geven wat zij of hij nodig heeft… Niet aan iedereen hetzelfde dus, want we zijn nu eenmaal heel verschillend en hebben dus ook heel verschillende behoeftes… Citaat:
Sommigen zijn zwakker ten gevolge van een andere opvoeding. Als er voor hen aan tafel een uitzondering gemaakt wordt, behoren de overigen die vanwege een andere levenswijze sterker zijn, dat niet kwalijk te nemen of onrechtvaardig te vinden.Zij moeten niet denken dat de anderen gelukkiger zijn, omdat die beter voedsel krijgen dan zijzelf. Zij moeten er eerder blij om zijn dat zij tot iets in staat zijn wat de anderen niet aankunnen.Sommigen waren voor hun intrede comfortabel leven gewend en ontvangen daarom wat meer voedsel of kleren, een beter bed of meer dekens.De anderen die sterker en dus gelukkiger zijn, krijgen dat niet. Maar besef dan wel hoeveel die medebroeders nu moeten missen vergeleken bij hun vroegere levensomstandigheden, ook al kunnen ze niet dezelfde soberheid opbrengen als zij die lichamelijk sterker zijn….
Kortom het is een leefregel van gúnnen!
Kom daar nog eens om in deze wereld, waar wél individualisme regeert als het gaat om rechten en hebben en krijgen, maar nauwelijks als het gaat om gunnen en laten en geven!
Even verder omtrent zorg voor zieken nogmaals specifiek toegelicht:
Zieken moeten vanzelfsprekend aangepast voedsel krijgen; anders zou men de ziekte verergeren. Wanneer zij beter zijn, moeten zij goed verzorgd worden zodat ze zo vlug mogelijk herstellen, ook al behoorden zij vroeger tot de armste klasse van de maatschappij….. Maar als zij weer op krachten gekomen zijn, moeten ze opnieuw gaan leven zoals vroeger, toen ze gelukkiger waren omdat ze minder nodig hadden….. Als een zieke genezen is, moet hij ervoor oppassen niet de slaaf te worden van eigen genoegens; hij moet weer afstand kunnen doen van de voorrechten die zijn ziekte meebracht. Zij die het gemakkelijkst sober kunnen leven, zullen zich de rijkste mensen achten. Want weinig nodig hebben is beter dan veel bezitten.
Als een ander méér ontzien wordt dan jij,… dan moet je dus blij zijn…
Dat jij niet nódig hebt, waar die ander blijkbaar niet zonder kan…
Kortom, besef dat jij dus gelukkiger bent, naarmate je minder nodig hebt…
Kom daar nog eens om in onze wereld, waar “een economie van het genoeg” het alsmaar niet haalt, waar we geloven dat consumptie groeien moet om te kunnen zeggen dat het goed gaat, waar stagnatie in koopgedrag slechts uitgelegd wordt als wantrouwen van de consument, waar we via reclame alleen maar worden opgejut tot méér willen en méér bezitten!
Daarom intrigeert de kloosterregel van Augustinus mij.
Je kunt in deze leefregel een spiegel zien voor onze omgang met zoveel andere vormen van grote verschillen tussen personen, verschillen in begaafdheden én in behoeften.
Ik zou graag bijdragen aan die “mentaliteit van gunnen” en hoop er van iets waar te maken, ook al leef ik dan niet in wat men een klooster noemt…
En ik dank aan Augustinus mijn hekel aan de helaas ingeburgerde uitdrukking:“gelijke monniken, gelijke kappen”…
Henk Kroon osa
Haarlem