Het verlaten van deze aarde

Als het einde van deze wereld aanbreekt, moeten we haar verlaten en mogen we er ons niet aan vastklampen. De wereld raakt op drift, en toch houden we van haar. Stel dat onze wereld een rustige wereld zou zijn, hoe zouden we er ons dan niet aan vastklampen, aan een wereld die mooi zou zijn! We kunnen haar nu al niet loslaten, nu ze lelijk is. Wat zouden we dan haar bloemen graag plukken, wij, die nu al niet van haar doornen kunnen afblijven. Wij willen deze wereld niet verlaten. Maar de wereld verlaat ons en wij gaan haar achterna.

Zusters en broeders, laten we ons hart zuiveren. Laten we de volharding niet kwijtraken, maar er wijsheid aan toevoegen. Eens houdt alle bedrijvigheid op, en dan treedt de rust in. De valse genoegens gaan voorbij, en dan dient het goede zich aan; het goede waarnaar de ziel in geloof zo heeft verlangd. Dan komt het goede, het goede waar niemand hier op aarde aan gewend is. Het is voor iedereen vreemd en nieuw, maar de mens zal in vuur en vlam komen staan voor alles waarnaar hij heeft verlangd. Het goede vaderland, waar niet één burger sterft en waar geen vijand binnenkomt.  Het vaderland waar je er voor altijd zeker van kunt zijn dat God er voor altijd je vriend is en waar je voor geen vijand meer bang hoeft te zijn.

Gedeelte uit Preek 38
(Uit: Schatkamer van het geloof)