Pinksteren

Niemand mag zeggen: Ik heb de Heilige Geest ontvangen,  Waarom spreek ik nu niet in de talen van alle volkeren?  
Als u de Heilige Geest ontvangt, geliefde broeders en zusters, denk dan eens hierover na.
Onze Geest, waardoor iedere afzonderlijke mens leeft, wordt ziel genoemd. Kijk nu eens wat de ziel in het lichaam doet. Ze brengt de ledematen tot leven, allemaal. Met de ogen ziet ze, met de oren hoort ze, met de neus ruikt ze, met de tong spreekt ze, met de handen werkt ze en met de voeten loopt ze. De ziel zit in alle ledematen, daarom leven ze.
Ze geeft leven aan alle ledematen als geheel, en kent functies toe aan de afzonderlijke ledematen. De ogen horen niet, de oren zien niet, de tong ziet niet, en ook spreken de oren en de ogen niet. Maar leven doen ze wel. De oren leven en de tong ook. Hun functies zijn verschillend, maar het leven hebben ze allemaal.
Zo is het ook met de kerk van God. In sommigen heiligen doet ze wonderen, in andere heiligen verkondigt zij de waarheid; in sommige heiligen waakt zij over de maagdelijkheid, in andere heiligen waakt zij over de kuisheid binnen het huwelijk; in sommigen doet ze zus, in anderen zo. Ieder voor zich doen zij hun eigen werk, maar leven doen ze op dezelfde manier.
Welnu, wat de ziel is voor het menselijke lichaam, is de Heilige Geest voor het lichaam van Christus, de Kerk. De heilige Geest doet in de hele kerk, wat de ziel in alle ledematen van één lichaam doet.

Gedeelte uit Sermo 267
Uit: Als licht in het hart


GEBED
(naar Augustinus)

Fluister het mij in heilige Geest:
ik zal het goede denken.
Spoor me aan, heilige Geest:
ik zal het goede doen.
Verlok me, heilige Geest:
ik zal het goede zoeken.
Geef me kracht, heilige Geest:
ik zal het goede vasthouden.
Bescherm me, heilige Geest:
ik zal het goede nooit verliezen.