We kunnen ons niet fel genoeg verzetten tegen mensen die menen dat de kracht van de menselijke wil zonder Gods hulp vanuit zichzelf de gerechtigheid kan vervolmaken, of door ernaar te streven een eind in haar richting kan komen. Maar bestoken we hen vervolgens met de vraag waar ze de moed vandaan halen om zo stellig te beweren dat dit zonder Gods hulp gebeurt, dan krabbelen ze vaak terug en durven ze hun bewering niet vol te houden omdat ze heel goed zien hoe goddeloos en onaanvaardbaar die is.
Integendeel, ze geven dan vaak toe dat het inderdaad niet zonder de hulp van God gebeurt, omdat God de mens enerzijds met de keuzevrijheid van de wil heeft geschapen en hem anderzijds door hem zijn geboden te geven tegelijk onderricht hoe hij moet leven.
Gods hulp aan de mens bestaat dus vooral daarin dat Hij door de mens te onderrichten zijn onwetendheid wegneemt. Zo weet dan de mens wat hij in zijn werken dient na te streven en wat hij dient te vermijden…
Ik denk dat de menselijke wil van Godswege zo wordt geholpen om rechtvaardig te handelen, dat de mens, afgezien van het feit dat hij geschapen is met de keuzevrijheid van de wil en afgezien van het onderricht waarin hem wordt voorgehouden hoe hij moet leven, ook nog de heilige Geest ontvangt. Want deze wekt in de geest het genieten op van de hoogste en onveranderlijke goed dat God is, en de liefde voor dat goed.
(Uit: De Geest en de letter 11,4)